~ Collega Kevin Tuenter aan het woord ~
Kevin is boorder bij Delgromij. Hij staat letterlijk iedere dag met de voeten in de klei. Kevin: “Mijn collega’s bij mijn vorige werk zeiden ‘aanpakken die baan’ toen ik vertelde dat ik via het uitzendbureau was benaderd om bij Delgromij te komen werken. Dat is inmiddels 6 jaar geleden.”
Dat Kevin naast zijn werk muzikaal aan de weg timmert, weet niet iedereen. Hij is zanger, drummer en speelt daarnaast basgitaar. Op dit moment is hij samen met een gitarist een nieuw project gestart. Ze zoeken nog een drummer en bassist om een live-band mee te starten. Kevin: “Ik schrijf ook muziek en op dit moment zijn we demo’s aan het maken. Het is jaren ’80 heavy metal muziek. We gaan eens kijken wat voor reacties het oplevert als we de muziek online zetten. Ik begon al op mijn twaalfde met muziek maken. Met mijn gespaarde geld kocht ik mijn eerste basgitaar. Ik heb workshops zang gedaan en zangles gehad, voor klassieke zang en rock-georiënteerd. Ook doe ik zelf de productie van muziek; mixen en masteren (op volume brengen).”
Wat is jouw functie bij Delgromij?
“Bij Delgromij ben ik gestart als boorder / karteerder. Tegenwoordig doe ik er ook landmeetwerk en tekenwerk bij. Het is leuk om binnen- en buitenwerk met elkaar af te wisselen. Maar ik hou er wel echt van om buiten te werken. Na een ochtend binnen zitten, ben ik blij dat ik weer naar buiten kan. De combinatie van op kantoor werken en buiten in het veld is ontstaan doordat ik last heb van mijn rug. Vooral de boorwerkzaamheden zijn belastend voor mijn rug. Met het meetwerk in het veld loop ik veel en dat is juist goed voor mijn rug. Het is fijn dat Delgromij en K3 meedenken over de mogelijkheden. Op deze manier kan ik mijn werk goed doen en heb ik de kans om me verder te ontwikkelen.”
Wat houdt jouw werk in?
“In de percelen waar wij werken, neem ik kleimonsters met een handboor. Of steeds vaker met een machinale boor. Op die manier kijken we of de klei geschikt is. Om de monsters te analyseren, gaan ze naar het lab. Ik rijd bijna dagelijks naar Velp waar TCKI (Technisch Centrum voor Keramische Industrie) is gevestigd. Zij doen de analyse en sturen ons de cijfers op. Met die cijfers kunnen mijn collega’s verder. Zo heb je voor ieder vak een cijfer en weten we per vak welke klei er ligt. Met die verschillende kleisoorten bouwen we in een depot bij de steenfabrieken een soort lasagne op. Allemaal verschillende lagen voor de juiste samenstelling.”
En het meet- en tekenwerk?
“Naast het boorwerk assisteer ik met meten. Met de meetstok kan ik aan de hand van GPS nauwkeurig de posities bepalen. De gegevens die ik verzamel, gebruiken we om de afmetingen per locatie in kaart te brengen. Het ziet er imposant uit hè, zo’n meetstok. Hij levert bruikbare informatie. En sinds kort doe ik ook tekenwerk. Dat is leuk werk. De metingen die ik in het veld doe, kan ik uitwerken. Ik zie meteen of lijnen aansluiten en de metingen kloppen met de werkelijkheid. Wat je meet in een put of depot, voer je in het programma autocad in. Het andere tekenwerk voor nieuwe ontwikkelingen is nog wel even wennen. De tekenprogramma’s moet ik nog onder de knie krijgen. Het is fijn dat de tekencollega’s van de afdeling Gebiedsontwikkeling me daarbij helpen.”
Waar ben je zoal aan het werk?
“Bij Delgromij hebben we veel verschillende locaties. Veelal wel in het midden van het land. Mijn collega Peter Frederiks doet de locaties aan westkant van de A50, en ik die aan de oostkant. Tot slot ondersteun ik collega Peter Leeuwen (onze landmeter) met meet-, teken- en calculatiewerk bij drukte en doe ik af en toe ook wat peilwerk voor onze zusteronderneming K3Delta Zand & Grind. Het tekenwerk doe ik in Spijk bij Zevenaar, in ons kantoortje op het tussenopslagdepot. Of in Andelst, op het kantoor van K3 waar Delgromij ook gevestigd is.”
Hoe ziet jouw loopbaan voor Delgromij er uit?
“Ik heb altijd fysiek werk gedaan. Na mijn opleiding loonwerk kon ik niet direct een passende baan vinden in de omgeving. Daarom ben ik wat meer om me heen gaan kijken en viel mijn oog op een baan in de technische dienst in een hotel op Ameland. Dat is het uiteindelijk niet geworden, maar ik kon daar wel aan de slag in de bediening. Na een paar weken werd gevraagd of ik kon koken. ‘Ja, dat kan ik’. En toen belandde ik in de keuken en ging aan de slag als kok en heb tegelijkertijd de koksopleiding gedaan. Dat heb ik vier jaar gedaan. Het was hard werken, soms wel 70 uur in de week. Dat brak me op en ik ben teruggegaan naar de Achterhoek. Door een burn-out ben ik in de WW beland. Gelukkig ging het al snel beter en kon ik via het uitzendbureau aan de gang in de binnenvaart. En later als machinist / grondwerker. Dat paste me goed. Via het uitzendbureau kwam ik uiteindelijk in contact met Delgromij. Daar zochten ze een boorder. Ik kende Delgromij niet, maar mijn collega’s uit die tijd kenden het wel en zeiden meteen ‘dat moet je aanpakken, dat is een mooi bedrijf.”
“Lekker buiten aan het werk”
“Het fijnste vind ik om veel buiten te zijn. Je voelt je daardoor vrij en krijgt ook veel vrijheid. Je werkt zelfstandig. Het werk is erg afwisselend en ik ben veel onderweg met de auto. Dat vind ik geen straf, want ik hou echt van autorijden. En verder is Delgromij gewoon een heel leuke en fijne club mensen om mee te werken. Iedereen heeft zijn eigen taken, maar we helpen elkaar waar het maar kan. Ook heb ik leuk contact met mensen van onze loonwerkers of aannemers. Altijd gezellig om even een praatje te maken.”
En zijn er ook dingen die je niet leuk vindt?
“Er is weinig dat ik niet leuk vind. Maar werken in de stromende regen met 7 kilo klei aan je laarzen is niet mijn favoriete bezigheid. Dan denk ik weleens ‘waarom heb ik voor deze baan gekozen?’ Of werken met 35 graden op zo’n kleibult. Dat is geen pretje. Het zijn vooral de extremen die mijn werk soms moeilijker of zwaarder maken. Wat ik niet fijn vind, is als het verkeer tegenzit als ik monsters op tijd naar het lab moet brengen. Meestal wachten ze nog wel even op me als ik bel dat ik in de file sta.”
Hoe zien anderen jouw werk?
“Dat is wel grappig. Iedereen heeft er een verschillend beeld bij. Sommigen denken dat ik kleimonsters neem met een grote automatische boormachine, terwijl het veelal nog echt ouderwets handwerk is. Of mensen denken dat klei een harde vaste stof is waar je altijd fatsoenlijk overheen kan lopen. Terwijl je er regelmatig tot je knieën inzakt. Ik vertel graag hoe het wel zit, er zit een mooie wereld achter. En ik vind het altijd mooi om te vertellen hoe de lagen zijn opgebouwd.”
Ik ben mijn laarzen een keer kwijtgeraakt in de klei
“Op een gegeven moment liep ik op een kleibult waar de ondergrond droog genoeg leek. De eerste stappen gingen goed, maar op een gegeven moment zakte ik ineens tot heuphoogte in de klei. Dan schrik je wel. Met hulp van een kraanmachinist die in de buurt was, ben ik eruit gekomen. Hij heeft me letterlijk uit de klei getrokken. Mijn laarzen moest ik achterlaten. Die zaten vast in de klei, haha.”
Wat doe je naast muziek maken nog meer in je vrije tijd?
“Het grootste gedeelte van mijn vrije tijd gaat op aan de muziek. Maar ik vind het ook leuk om te knutselen aan computers. Ik heb zelf een nieuwe computer samengesteld. Verder wandel ik veel voor mijn rug en mijn conditie. En ik heb twee parkieten als huisdier.”
Wat is jouw wens voor de toekomst?
“Mijn werk vind ik leuk. De combinatie van tekenen, meten en boren is goed, maar nog liever zou ik in de toekomst alleen willen meten en tekenen. Verder leef ik vooral van dag tot dag. Als je het me echt vraagt, zou ik een keer een huis buitenaf willen kopen. Lekker alle vrijheid. Dan zou ik een studio bij huis maken om muziek te kunnen maken.”
En wat als je doorbreekt met je muziek?
“Daar ben ik heel realistisch in. Van de 1.000 bandjes breekt er misschien één door. Dus ik zie dat niet zo gauw gebeuren. Ik vind het vooral leuk om te doen.”